Back to site

191 To Theo van Gogh. The Hague, between Thursday, 1 and Saturday, 3 December 1881.

metadata
No. 191 (Brieven 1990 189, Complete Letters 162)
From: Vincent van Gogh
To: Theo van Gogh
Date: The Hague, between Thursday, 1 and Saturday, 3 December 1881

Source status
Original manuscript

Location
Amsterdam, Van Gogh Museum, inv. no. b182 V/1962

Date
Letter headed: ‘den Haag Dec_ 1881’. In this letter Vincent first tells Theo about his stay in The Hague, which was preceded by a three-day stay in Amsterdam. He was away from Etten for nearly a month (see letter 192), returning there shortly before Christmas (see letter 193, Date). Because Van Gogh writes in the present letter that he arrived in The Hague ‘last Sunday’ (l. 2), his arrival there must be dated to Sunday, 27 November, which means that this letter was written before 4 December. We have therefore dated it to between Thursday, 1 and Saturday, 3 December 1881.

original text
 1r:1
den Haag Dec. 1881.

Waarde Theo,
Zoo als ge ziet schrijf ik U uit den Haag. Sedert Zondag ll. ben ik hier. Zooals ge weet bestond er plan Mauve voor eenige dagen te Etten zou zijn komen logeeren,1 ik vreesde daar niet van komen zou of dat het wat al te kort zou zijn & dacht, ik ga ’t eens op een andere manier probeeren & zoo mogelijk wat meer radikaal afdoende. Ik sprak tot Mauve & zei, vind ge goed ik maar eens royaal voor een maand of zoo ’t U wat lastig kom maken – dan ben ik na verloop van dien tijd door de allereerste petites misères van het schilderen & ga dan naar ’t Heike terug.
Wel, Mauve heeft me dadelijk voor een stil leven bestaande uit een paar oude klompen & andere voorwerpen geïnstalleerd & dus kon ik aan ’t werk tijgen.2
En s’avonds ga ik ook naar hem toe om te teekenen. Ik ben gelogeerd vlak bij M. in een klein logement waar ik f. 30 per maand betaal voor kamer & ontbijt.3 Dus als ik reken op de frs 100 van U dan is het te doen. En Mauve geeft mij hoop ik betrekkelijk spoedig nu iets verkoopbaars zal maken. Enfin Mauve zei “ik heb altijd gedacht dat ge een droogkloot waart doch nu zie ik dat dit zoo niet is” en ik kan U verzekeren dat dit rondea woord van M. mij meer genoegen doet dan een heele karrevracht jesuitische complimentjes mij zouden geven.–  1v:2 Mauve zal U misschien zelf binnen kort wel eens schrijven.
“Intusschen” ben ik naar Amsterdam geweest.4 J.P.S. was nog al boos ofschoon hij zulks in meer gepolijste woorden uitte dan God verdom je. Maar dat neemt niet weg dat ik geen spijt heb van mijn bezoek aldaar.
Wat nu verder te doen – want ge moet weten dat ik niet minder verliefd retourneerde dan ik kwam.
Evenwel niet omdat zij mij geencourageerd had. Integendeel zij maakte me voor een moment of liever zoowat 24 uren verbazend melankoliek. Doch toen ik doordacht meende ik aan zeker iets te merken “ça marche pourtant”. Toen ik doordacht, zeg ik, en dat wat verder dan de romantiek of sentimentaliteit denkt.–
Maar ’t wordt hoe langer hoe minder “aardbeien plukken in de lente”,5 – tant mieux – de “aardbeien” zullen op hun tijd ook wel nog eens weer opdokken!b
Ik ben ook nog even bij Willemien geweest die er goed uitziet en gezond & opgewekt. Wat wordt of liever wat is zij een lief meisje.6  1v:3
Ik ben ook eens bij den Hr Tersteeg geweest & van de schilders ontmoette ik (de vroolijke) Weissenbruch7 en Jules Bakhuyzen & de Bock.
Kortom Theo, ik zal met den dag meer realist worden in alle dingen denk ik. Zij is Goddank ook iets erg réeels.
Nu weest gegroet, ook van Mauve & Jet en geloof me,

t. à t.
Vincent

Zoodra ik van Mauve mag zal ik U weer een teekening sturen maar M. zegt, al mijn studies moet ik bewaren. Vooral figuurstudies. Maar binnen betrekkelijk korten tijd, zegt M., zal ik kleine aquarellen leeren maken.–

translation
 1r:1
The Hague, Dec. 1881.

My dear Theo,
As you see, I’m writing to you from The Hague. I’ve been here since last Sunday. As you know, Mauve had planned to come and stay in Etten for a few days.1 I was afraid nothing would come of it or that it would be all too short and thought, I’ll go and try it another way, and if possible deal with it somewhat more drastically. I spoke to Mauve and said, would you approve if I were to come and trouble you for a good month or so – then when that time is up I’ll be past the first petty vexations of painting and will go back to Het Heike.
Well, Mauve immediately installed me in front of a still life consisting of a couple of old clogs and other objects, and so I could set to work.2
And I also go to him in the evenings to draw. I’m staying near Mauve in a small boarding-house where I pay 30 guilders a month for bed and breakfast.3 So if I count on the 100 francs from you then I can manage. And Mauve gives me hope that I’ll be making something saleable quite soon. Anyway, Mauve said, ‘I always thought you were a bloody bore, but now I see that this isn’t so’, and I can assure you that these plain-spoken words from M. give me more satisfaction than a whole cartload of Jesuitical compliments would give me.  1v:2 Mauve may write to you himself soon.
‘Meanwhile’ I’ve been to Amsterdam.4 J.P.S. was rather angry, although he expressed it in more polished words than God damn you. But all the same, I don’t regret my visit there.
What to do now – because I must tell you that I didn’t return less in love than I went.
Not because she encouraged me, though. On the contrary, for a moment or rather 24 hours or so she made me extremely miserable. But on reflection, I thought I’d noticed from a certain something that ‘things are progressing anyway’. On reflection, I say, reflecting on more than things romantic and sentimental.
But it’s becoming less and less like ‘picking strawberries in the spring’5 — so much the better – the ‘strawberries’ will crop up later in their own good time!
I also went briefly to see Willemien, who looks well and healthy and cheerful. What a sweet girl she’s becoming, or rather is.6  1v:3
I’ve also been to see Mr Tersteeg, and of the painters I’ve met (the merry) Weissenbruch7 and Jules Bakhuyzen and De Bock.
In short, Theo, every day I’ll become more of a realist in all things, I think. She, thank God, is also something very real.
Well, I send you regards, also from Mauve and Jet, and believe me,

Ever yours,
Vincent

As soon as Mauve lets me, I’ll send you another drawing, but M. says I have to save all my studies. Especially figure studies. But M. says I’ll be learning to make watercolours within a relatively short time.
notes
1. Regarding Mauve’s plan to visit Etten, see letters 181 and 189. In fact, the Strickers’ rejection of Vincent also influenced his decision to leave Amsterdam and go to The Hague.
2. Still life with an earthenware pot and clogs (F 63 / JH 920 ). See cat. Amsterdam 1999, p. 31 (n. 4).
3. The boarding-house must therefore have been close to Uilebomen 198 (now the Zuid-Oost-Buitensingel) in The Hague, where Mauve was living at the time.
a. Meaning: ‘directe’ (candid), ‘onopgesmukte’ (plain-spoken).
4. Van Gogh had spent three days in Amsterdam, hoping to see Kee Vos (see letter 193). ‘Meanwhile’ is an ironical reference to a remark made by Uncle Stricker (see letter 180).
5. This saying originated with Theo; see letter 182.
b. Meaning: ‘opduiken’ (turn up, crop up).
6. Willemien, who was 19 at the time, had meanwhile moved to Haarlem and was keeping Vincent up to date regarding Kee (see letter 187).
7. Weissenbruch’s nickname was ‘De vrolijke Weiss’ (The merry tune); see letter 11, n. 17.