Back to site

311 To Anthon van Rappard. The Hague, on or about Saturday, 10 February 1883.

metadata
No. 311 (Brieven 1990 313, Complete Letters R25)
From: Vincent van Gogh
To: Anthon van Rappard
Date: The Hague, on or about Saturday, 10 February 1883

Source status
Original manuscript

Location
Amsterdam, Van Gogh Museum, inv. no. b8359 V/2006

Date
Van Gogh immediately thanks Van Rappard in this letter (l. 1*) for sending a Heilbuth print. He had asked about this in letter 309 of on or about Thursday, 8 February 1883. It is impossible to say exactly how quickly Van Rappard sent the illustrations after Van Gogh’s previous letter. Given the tempo of the correspondence in the month of February (before letter 321 of between about Friday, 23 and Monday, 26 February, two other letters followed, namely 314 and 317, between which, moreover, about a week passed), we assume that Van Rappard’s reply followed fairly quickly, so we date the present letter to on or about Saturday, 10 February 1883.

Ongoing topics
Van Rappard’s illness (290)
Van Gogh’s purchase of 21 volumes of The Graphic (302)

original text
 1r:1
Amice Rappard,
Zooeven ontvang ik de rol houtsneden. Hartelijk dank er voor. Ze zijn allen mooi.
Heilbuth1 mooier dan een der bladen die ’k van hem reeds heb. ’k herinner me in der tijd gij mij reeds spraakt over de bijzonder mooie executie ervan. Waarom me dit invalt – juist omdat de executie me trof – als zijnde precies op die wijs gedaan waaromtrent mijn broer me reeds heeft geschreven.– Als ge eens hier komt zal ik U laten zien waar dat op gedaan wordt2 en denk ik U dit eenigzins verwonderen zal, als mij zelf. En twijfel geen oogenblik of ge zult U geheel kunnen expliceeren hoe die effekten van grijs, wit en zwart verkregen zijn.
Het blad waar ik nu het meest mee in mijn schik ben is The light of other days van Lucas.3 Is dat niet net een Sprookje van Anderssen. O ik vind het zoo mooi en echt. Toevalligerwijs heb ik van ’k weet niet wie, maar een duitscher, Sylvesternacht,4 ook een nachtwaker voor een torenluik in de sneeuw, dat als ’t ware een pendant is. En wat is het mooi krachtig gegraveerd.
Marchetti, au pesage,5 is veel leven in, lijkt bijzonder op Small.
Gussow heb ik nog twee curieuse bladen van. dit met de twee oudjes6 is goed.
That beautiful Wretch7 is verleidelijk, wat een contrast van houtsnee tusschen de illustraties daarin en b.v. the light of other days. Enkele figuurtjes er uit kende ik reeds daar zij in ’k geloof Univers illustré zijn overgenomen,8 de meesten echter waren me geheel nieuw en er zijn er bij die ik prachtig vind, b.v. het figuurtje in ’t wit tegen een toonigen, bruinen achtergrond van duin of hei, en ook de wandeling in de sneeuw, de oude dame in ’t zwart bij ’t vuur.9 Het is wat ik gezellig zou noemen in hooge mate.
Het moge impressies zijn – maar ze zijn frisch. ’t Is een prachtige bezending, nogmaals regt hartelijk dank.
 1v:2
Hebt gij reeds Snowballing, een groot blad uit London News van Ed. Frère, eene speelplaats eener school met jongens.10 Die kreeg ik juist dubbel.
Te gelijkertijd vond ik een bijzonder mooi groot blad van Vautier, Eine verhaftung.11
Ik verlang toch zoo erg gij eens komen zult – niet enkel uit egoisme daar ik naar U verlang, maar ook omdat ik zoo vast overtuigd ben dat de kennismaking met vooral die eerste jaren Graphic een indruk op U maken zal die U “de volle zekerheid” zal geven omtrent het importante van de houtsneden. Niet dat ik nu nog geloof ge er niet heel sterk reeds aan gehecht zijt – integendeel ik heb daaromtrent geen twijfel meer.
Maar toch, er zijn zoo enkele bladen die gij waarschijnlijk nog niet kent en die het alles nog rijker en solidener maken.
Het komt mij zoo voor dat als men een blad in eigendom heeft en het telkens weer ziet, men het nog mooier gaat vinden. Ik meen gij de drie Herkomers die ik U toezend bij dezen allen kent. Maar het is mijn verlangen dat gij ze ook hebben zult.
En – amice – ik heb U veel gesproken over Pinwell en Walker. Hier is nu ook eens een echte Walker, primo kwaliteit. Heb ik dat te hoog opgehemeld?12
 1v:3
Gij moet nu kort en bondig deze aannemen en ook de overige die ik door Graphic dubbel krijg. Bladen als deze vormen m.i. te zamen voor een artist een soort bijbel waar hij nu en dan eens in leest om zich te stemmen.– Het is goed niet alleen ze te kennen maar eens en voor altijd ze op ’t atelier te hebben dunkt mij.
Ik twijfel geen oogenblik of ge zult (tenzij ge ze reeds hebben mogt) als gij dezen nu ontvangt voelen dat het goed is ze te hebben en dat men dadelijk het idee krijgt er niet meer van te willen scheiden.
Als ge min of meer gewetensbezwaar mogt voelen tegen het accepteeren van deze en andere bladen, denk dan eens na – hebt ge er spijt van gehad verl. jaar die eersten meegenomen te hebben.– ’k geloof het niet – want of ’t daardoor komt of door iets anders, Uwe collectie is toch dit jaar iets geweest waar gij vroeger minder om dacht dan nu sedert. Dat spreekt ook van zelf, het is juist door die bladen zelf te hebben dat men er meer om denkt, en de indrukken duidelijk en sterk. En dus dezen zullen geloof ik dergelijke gevolgen hebben. Ze zullen meer en meer vrienden worden van U.
Nu, ik van mijn kant heb geen spijt gehad ze U gegeven te hebben want gij apprecieert ze en beschouwd ze zooals ze beschouwd moeten worden. Er zijn er weinig die er sympathie voor hebben en ’t is er nu eenmaal zoo mee dat juist omdat gij er oog en hart voor hebt ik aan Uw vriendschap gehecht ben geworden en die moeielijk meer zou kunnen missen.
 1r:4
Ik dacht in vroeger jaren dat de meeste schilders zulk soort stemming en denkwijs hadden over kunst als gij en ook ik zelf doch dit is zoo niet, betrekkelijk.
Enfin genoeg hierover. Vertrouw mij in dezen en accepteer ze kort en bondig. Als ge volkomen hersteld zijt en ge komt eens hier dan krijgt ge er meer.
Ik moet U nog eens iets zeggen met betrekking tot Irish Emigrants van Hol.13 de vrouw over wie ik U schreef is als type iets als het hoofdfiguur in dat blad, n.l. de moeder met het kindje op haar arm. In ’t groot beschouwd, zonder op details te letten.
Ik kan U geen beter beschrijving van haar geven.
Nu kerel – word gaauw beter – schrijf eens spoedig – heb geen scrupules over deze zending – dank voor de Uwe nogmaals – een fermen handdruk in gedachten.

t. à t.
Vincent

translation
 1r:1
My dear friend Rappard,
I’ve just received the roll of woodcuts. Many thanks for them. They’re all beautiful.
Heilbuth1 finer than any of the sheets by him I already have. I remember your remarking to me once on the particularly fine execution of it. Why does this come to mind? — precisely because the execution struck me — as being done in exactly the way that my brother has already written to me about. If you come here sometime I’ll show you on what that’s done,2 and I think this will rather surprise you, as it does me. And don’t doubt for a moment that you’ll come to understand fully how those effects of grey, white and black are obtained.
The print I’m most pleased with at present is The light of other days by Lucas.3 Isn’t it just like one of Andersen’s fairy tales? Oh, I find it so beautiful and real. As it happens, I have New Year’s Eve4 by I don’t know whom, but a German, also a night watchman before a tower hatch in the snow, which is a pendant as it were. And how vigorously engraved it is.
There’s a lot of life in Marchetti, At the weigh-in,5 resembles Small especially.
I have two curious prints by Gussow. This one with the two old people6 is good.
That beautiful wretch7 is enticing. What a contrast in woodcut between the illustrations in that and The light of other days, for example. I already knew several of the figures, because they were adopted by Univers Illustré, I believe.8 Most were entirely new to me, though, and I find some of them splendid, such as the small figure in white against a tonal brown background of dune or heath, and the walk in the snow too, the old lady in black by the fire.9 It’s what I would call cosy to a high degree.
They may only be impressions, but they’re fresh. It’s a splendid package, again many sincere thanks.  1v:2
Do you have Snowballing, a large sheet from London News by E. Frère, a school playground with boys?10 I’ve just got it in duplicate.
At the same time I found a particularly fine large print by Vautier, An arrest.11
I long so much for you to come — not just out of selfishness because I long to see you, but also because I’m so firmly convinced that being introduced to the first years of The Graphic, above all, will make an impression on you that will give you ‘complete certainty’ as to the importance of woodcuts. Not that I still believe that you aren’t now very deeply attached to them — on the contrary, I don’t doubt it in the slightest.
But still, there are several prints which you probably don’t know yet and which will make it all even richer and more solid.
It seems to me that if one owns a print and sees it constantly, one comes to find it even more beautiful. I think you know the three Herkomers I’m sending you herewith. But I really want you to have them too.
And — my dear friend — I’ve talked to you a great deal about Pinwell and Walker. Now here for once is a real Walker, first-class quality. Did I overdo my praise of it?12  1v:3
Now, without more ado you must accept these and the others that I have in duplicate because of The Graphic. In my view prints like these together form a kind of Bible for an artist, in which he reads now and again to get into a mood. It’s good not only to know them but to have them in the studio once and for all, it seems to me.
I don’t doubt for a moment that when you receive these (unless you already have them) you’ll feel that it’s good to have them, and that one immediately decides one never wants to let go of them.
If you feel greater or lesser pangs of conscience about accepting these and other prints, just consider — do you regret having taken those first ones last year? I think not, for, whether it was because of that or something else, this year your collection has been something that you thought about more than in the past. That’s only to be expected: it’s precisely through having those prints oneself that one thinks about them more and more and the impressions become clear and strong. And so these will have a similar effect, I believe. They’ll increasingly become friends of yours.
Now, for my part I haven’t regretted giving them to you, for you appreciate them and you view them as they should be viewed. There are few who are in sympathy with them, and the fact is that I’ve come to value your friendship precisely because you have an eye and a heart for them, and would find it difficult to do without it.  1r:4
I used to think that most painters felt and thought about art in the same way as you and I, but this isn’t so in this respect.
Well, enough of this. Trust me in this and accept them without more ado. you’ll have more of them when you’ve completely recovered and you come here sometime.
I must say something else to you as regards Irish Emigrants by Holl.13 The woman I wrote to you about is, as a type, rather like the central figure in that print, namely the mother with her child on her arm. Taking a broad view, without considering details.
I can give you no better description of her.
Now, old chap, get well quickly, write soon, have no scruples about this package, thank you again for yours, a firm handshake in thought.

Ever yours,
Vincent
notes
1. The print after Ferdinand Heilbuth must have been Fine weather ; see letter 309, n. 20.
2. Theo had told Vincent about how the paper from Buhot that he had sent could be used. See letters 294 and 309.
3. It is not certain which Lucas Van Gogh means. It could be Alfred Lucas, John Seymour Lucas, John Templeton Lucas or Richard Cockle Lucas. It is possible that the print in question had once appeared in The Illustrated London News.
4. [Anonymous], Sylvesternacht (New Year’s Eve) in Illustrirte Zeitung 73 (27 December 1879), p. 543. Ill. 505 In the estate there is a copy that was cut out, so the source is lost (t*780).
5. Ludovico Marchetti, Le grand prix de Paris. Au pesage (The Grand Prix de Paris. At the weigh-in) engraved by Clément Edouard Bellenger, in L’Illustration 79 (3 June 1882), Supplement, pp. 366-367. Ill. 1103 .
6. Karl Gussow, Die beiden Alten (The old couple), 1880. Van Gogh may have known the wood engraving by R. Bong which was included in Ad. Rosenberg, ‘Die akademische Kunstausstellung in Berlin’; it appeared in Zeitschrift für bildende Kunst. Ed. Carl von Lützow. Band 16. Leipzig 1881, pp. 142-151 (ill. on 145). Ill. 913 .
7. For William Black’s That beautiful wretch. A Brighton story, see letter 275.
8. From the 11 prints of engravings after Montbard and Overend in the estate, which were mentioned earlier (see letter 275), and from this remark, it can be concluded that Van Gogh knew volumes 24 and 25 of the French weekly L’Univers Illustré (1881-1882). This magazine – which contained domestic and foreign news, serials and rebuses as well as engravings – also printed one engraving (noticeably abbreviated) that had been in Black’s novel; here it accompanies the poem ‘Comme il s’agitait tristement’ by George Price. See L’Univers Illustré 25 (29 April 1882), p. 261 (Ill. 2061 ).
Van Gogh recognizes several figures, and this may be explained by the fact that the same volume contains a number of illustrations that are stylistically closely related, for example those by Richard Caton Woodville (ii), Un coin dans la serre (A corner in the conservatory), in L’Univers Illustré 25 (21 January 1882), p. 45 (Ill. 2063 ) – cf. the picture in the novel with the caption: “Nan’s companion led her to a raised bench, from which she could see very well” (between pp. 34 and 35) (Ill. 2070 ), and William Overend, L´été (Summer) – the latter is of the same model, also with a poem by Price, in L’Univers Illustré 25 (22 July 1882), p. 460 (Ill. 2064 ).
9. The edition published in 1881 by Harper & Brothers, Franklin Square in New York, contains 33 illustrations by various artists. The three illustrations Van Gogh refers to are a figure of a woman (in the novel the character Nan Beresford), probably signed ‘RL’ and possibly by Richard Principal Leitch, “Took out her handkerchief and waved it twice” (Ill. 2071 ), a walk in the snow by Harry Furniss, “He found that Nan was already some way ahead” (Ill. 2072 ) and the unsigned engraving of the Beresford family; in the room is a ‘fireplace, where there was no fire’, with the caption: “He went and got an opera-glass, and returned to the window” (Ill. 2073 ). Illustrations opposite pp. 16, 74, 22 (quotation on p. 24).
10. Edouard Frère, Snowballing, in The Illustrated London News 68 (10 February 1876), pp. 176-177. Ill. 857 . A thematically related print by Frère was also published under the title Le chemin de l’école – Going to school, engraved by Alphonse Masson, 1861. Ill. 2065 .
11. Benjamin Vautier (The Elder), Eine Verhaftung. Gemälde von Benjamin Vautier (An arrest. Painting by Benjamin Vautier), in Illustrirte Zeitung 77 (2 July 1881), pp. 8-9. Ill. 1399 .
12. Van Gogh must refer to Walker’s The old gate or The harbour of refuge from The Graphic: see letter 304, nn. 15 and 16.
13. For Holl’s ‘Irish emigrants ’, see letter 199, n. 9.